Duurzame vormen van energie
Nederlandse reders minimaliseren hun impact op het klimaat door volop te investeren in nieuwe schone schepen of technieken waarmee bestaande schepen hun ecologische ‘footprint’ verlagen, terwijl zij hierbij wel concurrerend blijven. Zeescheepvaart is relatief nu al verreweg de minst belastende manier van transport.


Minimaliseren van uitstoot
Het vervoeren van goederen, overzetten van passagiers, baggeren van een kanaal of installeren van windmolens op zee: schepen hebben brandstof nodig om hun werk te kunnen doen. Helaas gaat brandstofverbruik gepaard met diverse soorten uitstoot. De Nederlandse reders in de zeescheepvaart investeren binnen hun financiële mogelijkheden volop om de uitstoot van hun schepen te minimaliseren. Hoewel de aandacht van het brede publiek uitgaat naar CO2-reductie, houdt de zeescheepvaart zich daarnaast ook bezig met het beperken van andere schadelijke uitstoot zoals zwavel (SOx), stikstof (NOx), fijnstof, roet, ballastwater, afval en onderwatergeluid.
Schoner en duurzamer
De snelste en ‘makkelijkste’ manier om uitstoot te beperken, is om afscheid te nemen van fossiele brandstoffen. Om de potentie van alternatieve brandstoffen voor de zeescheepvaart vast te stellen, doen verschillende Nederlandse reders onderzoek naar alternatieve brandstoffen en energiedragers als waterstof, methanol, ammoniak, liquid natural gas (LNG) en elektriciteit.
Welke brandstof of welke samenstelling van brandstoffen heeft de toekomst voor de zeescheepvaart? Een eenvoudige vraag, maar in de praktijk niet eenduidig te beantwoorden. Om de juiste keuze te maken, moet je in de eerste plaats kijken naar het operationele doel van een schip. Is het bijvoorbeeld een cruiseschip of een zeegaand vrachtschip? Welke reizen moeten worden gemaakt? En wat is de brandstof die erbij hoort? Bijvoorbeeld: waterstof is een heel interessante brandstof, maar de hoeveelheid die je nodig hebt ten opzichte van fossiele brandstof is veel groter en daarom op dit moment ongeschikt voor vrachtschepen.
Bestaande vloot versus nieuwe schepen
De definitieve keuze voor een niet-fossiele brandstof ligt nog ver voor ons als het gaat om een totale vlootvernieuwing. De gemiddelde levensduur voor een schip is 30 jaar. Bij de ontwikkeling van nieuwe schepen en technieken moet hier rekening mee gehouden worden. Die moeten zo'n 30 jaar 'mee kunnen'. De focus ligt vandaag de dag vooral op het onderzoeken van de toepasbaarheid van alternatieve brandstoffen, het reduceren van fossiele brandstoffen met de huidige vloot door slimmer varen, het bijmengen van biobrandstoffen of het inzetten van ondersteunende voortstuwingstechnieken. Achter de schermen wordt veel onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van klimaatneutrale energiedragers.